Cookie beleid sc Leovardia

De website van sc Leovardia is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Binnen de site worden er op dit moment geen analytische cookies gebruikt.

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Historie

Historie

sc Leovardia

is sinds 22 mei 2013 een nieuwe voetbalvereniging in Leeuwarden, een fusieclub ontstaan uit VV Leeuwarden en VV Rood geel. Beide verenigingen, VV Rood Geel (1921 - 2013) en VV Leeuwarden (1917 - 2013) kennen een roemruchte -, en rijke historie.

VV Rood Geel

Rood Geel is opgericht op 6 juli 1921.

De club is ontstaan uit een jongensgroep die op een terrein aan de Groningerstraatweg, door de jongens De Diek genoemd, dagelijks een balletje trapten. Ze noemden zich toen Jupiter naar de Romeinse oppergod, hun clubtenue was een wit shirt. Bij de oprichting in 1921 werden de clubkleuren rood en geel. Reeds een jaar na de oprichting werd Rood Geel kampioen van Friesland. Ze beschikten over goede spelers, maar liefst vijf spelers werden gekozen in het Fries elftal. Financieel echter ging het de jonge club niet voor de wind maar Andries Aarden en Sietze Romkes, twee arbeidersjongens van Het Vliet zetten zich in voor de club en wisten de club er bovenop te krijgen. Zij worden dan ook gezien als de grondleggers van Rood Geel.

In 1925 sloot de club zich aan bij de NVB en kwam uit in de derde klasse. De wedstrijden werden gespeeld op een terrein tussen de Lekkumerweg en de Groningerstraatweg, Hofstra-State genoemd.. De kosten die hiermee gepaard gingen werden door de leden spontaan bijeen gebracht.

In het seizoen 1928-1929 werd Rood Geel kampioen en moest met Friesland 2 en Alcides 2 strijden om een plaats in de tweede klasse. Er werd uit bij Friesland gewonnen en ook de thuiswedstrijd tegen Alcides leverde een overwinning op. Doordat de beide returns in een gelijkspel eindigden kon op 27 mei 1929 de vlag in top. Rood Geel werd tweede klasser.

In 1929 werd ook een jeugdafdeling op poten gezet die in de jaren daarna gestadig groeide. De club stond als een paal wat met name het werk was van het toen zittend bestuur met Jan Kostelijk, Gosse Romkes en Sjouke Knobbe. Deze laatste werd in 1935 voorzitter. Een voorzitter die niet alleen vergaderingen leidde, maar ook klaar stond als er werkzaamheden, op welk gebied dan ook, moesten worden gedaan.

Rood Geel verhuisde naar de Wilhelminabaan waar het tot 1945 zou spelen. De club voelde zich er echter niet thuis en na de tweede wereldoorlog keerden ze terug naar Hofstra-State. In de oorlogstijd had Rood Geel het net als andere verenigingen moeilijk om te overleven. Door de afwezigheid van veel spelers kon maar moeilijk een elftal op de been worden gebracht. Er werd van vele kanten aangedrongen om de fuseren met andere verenigingen maar het was met name Jan Kostelijk die in die jaren alles voor deed om Rood Geel draaiende te houden.

Op 6 juli 1946 werd het 25-jarig jubileum gevierd. Een versterkt Rood Geel wist de jubileumwedstrijd tegen de eerste klasser Leeuwarden te winnen.

In 1948 was de geboorte van een eigen clubblad. De initiatiefnemers Bart Romkes en Henny Leijenaar zagen een langgekoesterde wens in vervulling gaan. Ondanks de financieel moeilijke tijden slaagde men er ook in om een lichtinstallatie te bewerkstelligen op het trainingsveld en werd er een waterleiding aangelegd.

Op 3 juli 1955 keerde Rood Geel terug in de tweede klasse. Één van de grondleggers, Sietze Romkes mocht dit echter niet meer meemaken. Enkele weken voor de promotie kwam hij te overlijden. In dat zelfde jaar werd een nieuw clubhuis op Hofstra-State in gebruik genomen. Onder leiding van voorzitter Sjouke Knobbe werkten vele vrijwilligers mee aan de realisatie hiervan.

In 1957 stelde penningmeester Gosse Romkes na jaren zijn functie ter beschikking. Hij werd opgevolgd door Sicco ter Horst, het oudste lid van Rood Geel voor de geboorte van scLeovardia.

Op 18 mei 1959 wordt Rood Geel kampioen van de tweede klasse. Het verslaat LSC in Sneek met 2-0. Ze slaagden er echter niet in om te promoveren. Een jaar later lukte dit wel. Op sportpark de Greuns, r Rood Geel was inmiddels verhuisd, werd op 8 mei 1960 met een doelpuntloos gelijkspel tegen medekandidaat FVC promotie naar de eerste klasse bewerkstelligd. Rood Geel wist zich vijf jaar te handhaven doch moest in 1965 weer een stapje terug doen.

In 1966 werd er een zaterdagafdeling opgericht omdat een aantal spelers hadden aangegeven graag op zaterdag te willen voetballen.

Op 1 april 1973 werd Rood Geel voor de tweede keer eersteklasser. Het duurde slechts een jaar. Rood Geel moest een beslissingswedstrijd om degradatie spelen tegen huidige fusiepartner scLeeuwarden. Het bleef 0-0 en daarmee was Leeuwarden gered en Rood Geel was gedegradeerd. De jaren daarna werden weinig successen behaald met in 1985 zelf degradatie naar de vierde klasse.

Het roer moest om. Er werd veel aandacht besteed aan de doorstroming van de jeugd naar het eerste elftal. Positief was dat het ledenaantal fors steeg. De nabij gelegen jonge wijk Camminghaburen, waarvan de bouw in 1977 was gestart, leverde veel nieuwe jeugdspelers op.

Vijf jaar later leverde dit succes op. Op 22 april 1990 werd Rood Geel kampioen middels een 1-1 gelijkspel thuis tegen De Wâlden. Om half drie werden de scheidsrechter, elftalleider Jan Zijlstra, bestuurslid Henk van der Borg en spelertje van de week, Kim Staal per helicopter op het speelveld afgeleverd.

In het seizoen 1991-1992 volgde echter weer degradatie en de jaren daarna liep alles niet even soepel binnen de club wat in 1994 zelfs leidde tot het opstappen van het volledige bestuur. Binnen zes weken was er een nieuw Rood Geel bestuur onder leiding van de nieuwe voorzitter Kees Visser.

In 1995 vierde Rood Geel het 75-jarige jubileum en hoe kon het mooier. Rood Geel promoveerde dat jaar opnieuw naar de derde klasse.

VV Leeuwarden

Vv Leeuwarden is opgericht op 14 augustus 1917.

De Oldehove is onverbrekelijk verbonden met de voetbalvereniging Leeuwarden. Het begon namelijk allemaal op het Oldehoofsterkerkhof. Een groep arbeidersjongens in de leeftijd van zeventien/achttien jaar voetbalden regelmatig tijdens het schaft en na het werk met een tennisbal. Geld voor een oppomper was er niet. De jongens zochten hulp bij de LAC Frisia en kregen van één van de bestuursleden de beschikking over een echte oppomper.

Er werd nu iedere avond op het Zaailand gevoetbald en ieder die wilde meedoen betaalde twee cent per avond. Op 14 augustus 1917 werd de club definitief opgericht.

In het eerste seizoen werd deelgenomen in de 1e klasse van de FVB. Er werd getraind op het ijsbaanterrein aan de Bleekerstraat. De wedstrijden werden gespeeld aan de Harlingerstraatweg. De club eindigde overigens op de laatste plaats.

Er moesten clubshirts komen, wat voor de meeste leden financieel niet was op te brengen. Jippe van der Duim schoot voor velen geld voor waarmee hem de eer te beurt viel te worden benoemd als de oprichter van de voetbalvereniging Leeuwarden.

In het seizoen 1919/1920 promoveerde Leeuwarden naar de NVB, er moest een terrein met kleedgelegenheid komen. LVV Friesland bood hulp. Zij verhuurden hun veld aan de Nieuwlandsweg (bij Bornia State aan de Schrans) voor de thuiswedstrijden, maar toen Leeuwarden het seizoen daarop opnieuw promoveerde moest er toch een eigen terrein komen omdat de beide verenigingen toen in dezelfde klasse uitkwamen. Met man en macht werd een huzarenstukje volbracht en verscheen er een eigen accommodatie op Schenkenschans aan de Snekertrekweg.

In 1923 werd een hoogtepunt bereikt in de nog korte geschiedenis van Leeuwarden. Na een beslissingsronde over twee wedstrijden tegen HSC uit Hoogezand volgde promotie naar de 1e klasse.

Leeuwarden hield het 32 jaar achtereen vol in die 1e klasse. Omdat de club in ledental behoorlijk groeide werd er een aantal jaren gebruik gemaakt van de velden op Sonnenborgh.

In 1936 verhuisde Leeuwarden samen met LAC Frisia naar het nieuwe sportpark Cambuur.

In de beginjaren vijftig waren er vele hoogtepunten te beleven. Overwinningen op Ajax en niet te vergeten de 6-0 tegen het in die jaren bijna onverslaanbare Heerenveen met Abe Lenstra in de gelederen.

In het seizoen 1954/1955 kwam er een abrupt einde aan de competitie. Het semiprofessionalisme deed zijn intrede. Veertien ploegen moesten strijden om een plaats in de hoogste klasse. De bovenste negen gingen naar de hoofdklasse, de onderste vijf naar een te vormen eerste divisie onder deze hoofdklasse. Leeuwarden redde het net niet en eindigde op een elfde plaats. Aan een periode van 32 jaar eersteklasserschap kwam plotseling een einde. Het jaar daarop volgde zelfs degradatie naar de tweede divisie. Het jaar daarop kwam Leeuwarden ijzersterk terug en werd kampioen van de tweede divisie.

In 1964 overweegt de voetbalvereniging om terug te keren naar de amateursector. Het was financieel niet meer op te brengen. Een comité van aanbeveling, waaronder toenmalig lid van de Tweede Kamer, Anne Vondeling, werd in allerijl samengesteld om het profvoetbal te kunnen behouden voor de stad Leeuwarden.

De stichting Sportclub Cambuur was geboren en de vvLeeuwarden begon in het seizoen 1964/1965 als Sportclub Leeuwarden weer met een eerste team in de 4e klasse van de amateurs. Vele stadsgenoten begeleidden deze vernedering spottend en ment verwachtte dat “De Klomp” niet snel over deze klap heen zou komen. Niets was minder waar. De rood-witters lieten zien uit het goede hout gesneden te zijn. Binnen vier jaar waren ze terug op het hoogste plan. 3 maart 1968 werd een gedenkwaardige dag. Dankzij een 5-1 overwinning op Oosterparkers was Leeuwarden weer 1e klasser. Een hoogtepunt voor de in 1967 jubilerende “Klomp”.

In het seizoen 1971/1972 werd Leeuwarden zelfs kampioen van de 1e klasse. Een beslissingswedstrijd tegen Oosterparkers op het veld van de voetbalvereniging Sneek moest uitgemaakt worden wie kampioen werd. Op 26 april 1972, om tien uur ’s-Avonds gingen de spelers op de schouders. Het Noordelijk kampioensschap was een feit. Een paar duizend toeschouwers waren getuige van een 3-1 overwinning. Leeuwarden mocht hierdoor strijden voor het Nederlands kampioensschap bij de amateurs.

Het werd een spannend slot van de competitie. De tegenstanders waren Caesar, Ede, Xerxes, Sparta’25 en Elinkwijk. Sparta’25 trok aan het langste eind en Leeuwarden werd derde.

Oude liefde roest niet. In 1984 onderzochten Cambuur en Leeuwarden de mogelijkheid tot samenwerking. Eigen jeugd opleiden tot betaald voetballer was financieel noodzakelijk. Cambuur had geen eigen jeugdopleiding. Leeuwarden wel en maakte bovendien gebruik van dezelfde accommodatie. Diverse mogelijkheden werden voorgelegd aan de KNVB, doch niet aanvaard. Pas in 1988 ging de KNVB overstag en werd er toestemming verleend om als één vereniging, Cambuur/Leeuwarden deel te nemen aan zowel het betaald voetbal, amateur voetbal als de jeugdcompetitie.

In het seizoen 1991/1992 wist Leeuwarden na 19 jaar opnieuw het 1e klasserschap te behalen. Hoewel ternauwernood het kampioensschap werd gemist door de beslissende competitiewedstrijd in Leeuwarden tegen DIO Oosterwolde te verliezen, kon in de na-competie alsnog promotie worden bewerkstelligd. De tegenstanders in deze na-competitie waren GVAV en stadsgenoot Frisia. Frisia won de eerste wedstrijd met 2-0 van GVAV. Leeuwarden verloor echter van GVAV met 2-1 zodat de stadsderby de beslissing moest brengen. Op de Magere Weide werd het een spektakelstuk waarbij Leeuwarden uiteindelijk aan het langste eind trok door Frisia met 3-1 te verslaan. Een laatste wedstrijd tegen Steenwijkerwold op het veld van Gorredijk werd een onvergetelijke. Leeuwarden wist met tien man een 1-0 voorsprong te nemen maar kreeg in de slotminuut een penalty tegen. Die werd echter gemist en Leeuwarden was weer 1e klasser.

Het duurde echter slechts kort. Leeuwarden degradeerde naar de 2e en zelfs 3e klasse. Een periode van ups en downs. In 2001 werd het kampioenschap behaald in de 3e klasse en in de na-competitie van het seizoen 2007/2008 wist Leeuwarden nog eenmaal de hoogste afdeling te behalen door een overwinning op Wolvega op het veld van GAVC in Grouw.

Het door eigen mensen gebouwde clubhuis aan het Cambuurplein moest in 1994 wijken voor renovatie van het stadion. Het clubhuis stond de uitbreiding van de huidige hoofdtribune in de weg. Opnieuw stonden de eigen leden klaar om een nieuw onderkomen te creëren aan de Insulindestraat. Nog bijna twintig jaar was het een mooi onderkomen waar de leden van vv Leeuwarden zich thuis voelden maar waar de lange, mooie geschiedenis van de “Klomp” eindigde. 

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!